Over mijn werk


Ik werk naar de natuur en/of naar foto’s (doorgaans van eigen hand). Het maakproces houdt in dat ik onderzoek wat me eigenlijk zo boeit aan het door mij uitgekozen en ingekaderde beeld. Hoewel de eerste opzet er vaak snel staat, kan het maanden of zelfs een jaar duren voor ik tevreden ben. Eventueel gebruikte foto’s liggen dan allang op de ateliervloer.

Mijn werkwijze vindt zijn oorsprong in een workshop van de toenmalige Wackersdocent Hans van Amstel in Durgerdam. Hij liet ons door het lintdorp fietsen en razendsnel schetsjes maken van plekken die ons opvielen, al was het maar vanuit een ooghoek. Het leerde mij dat ons oog vlugger beslist dan ons denkende brein. Het ziet in een flits beslissende details waarvan je pas na veel nadenken en proberen ontdekt dat ze in de compositie niet gemist kunnen worden. In dat nadenken en proberen gaat al die tijd zitten. Het is een soort zuiveringsproces.

Ik ben niet naïef in mijn gebruik van foto’s, daarvoor heb ik te veel van David Hockney gelezen. Ik pas perspectieven en horizonnen aan, deel beelden op in fragmenten, herhaal delen et cetera. In sommige schilderijen resulteert dat in een suggestie van beweging of tijdsverloop.

Mijn oudere werk is verstild en heeft rustige composities. Het recentste is rijker aan details. Ik ben ook elementen en dramatische effecten gaan toevoegen. Maar de basis blijft observeren, analyseren en noteren, met veel oog voor compositie, toon, ritme en dynamiek.
Met dit alles probeer ik beelden te maken die overeind blijven en niet vervelen.

Als er symboliek in mijn werk zit, heeft het meestal mij opgezocht, in plaats van andersom. Vaak gebeurt dat pas bij het verzinnen van de titel (“12 september” is een sterk voorbeeld). Ook als foto’s mijn vertrekpunt waren, en ondanks mijn tijdrovende werkwijze, ben ik aan het eind soms zelf verbaasd door wat ik heb gemaakt.
“Paradiso” is hierop een uitzondering. Toen ik eraan begon, in mei 2018, wist al bij het schetsen dat mijn simpele fotootje van een meubelzaak alleen maar het centrum zou worden van een groter geheel. Al gauw daarna merkte ik dat ik bezig was met een gefantaseerde allegorie over Europa. Daar heb ik me vervolgens volledig aan overgegeven. Ook “On fame” is een allegorie, dit keer over het verschijnsel roem.

In 2010 maakte ik elf schilderijen van de Enneus Heermabrug, alias Brug nr. 2001, alias “de beha”, een ontwerp van de Britse architect Nicholas Grimshaw. Met zijn twee overspanningen van 75 meter is het een van de grootste bruggen van Amsterdam. Sinds 2001 verbindt hij het nog jonge IJburg met het Zeeburgereiland en de rest van de stad. Je kunt deze serie als een hommage aan de ontwerper beschouwen.
Series die nog in opbouw verkeren, gaan over riet en over de voormalige zuiveringsinstallatie op het Zeeburgereiland. Mijn onderwerpen zijn niet vergezocht.


Wat anderen zeiden

Ik teken al een heel leven, maar sinds 1995 pak ik het serieus aan. Ik ging schilderen en volgde cursussen en masterclasses bij MK24 en de Wackers Academie. De eerste tijd vooral bij etsdocent Guus Glass, daarna nam ik lessen bij zoveel mogelijk verschillende docenten.

Bij een paar gelegenheden presenteerde ik werk aan een panel van deskundigen, hiertoe in de gelegenheid gesteld door MK24. Ook van andere zijden en bij latere gelegenheden ontving ik commentaar.

Over Dakgezicht met dreigende hemel:

“Heel dreigend is het werk. Heel mensloos.” (Jan Teeuwisse, directeur Beelden aan Zee)

Over Fabriek met groene lucht:

“Je maakt van iets niet uitzonderlijk moois iets moois. Goed uitgewerkt in de verf.” (Hans Rooseboom, conservator fotografie Rijksmuseum)

“De meeste mensen zullen de gebouwen die je gekozen hebt niet mooi vinden. Jij verheft het. Een voornaam en indrukwekkend schilderij.” (Jan Teeuwisse)

Over Muziekgebouw aan ’t IJ:

“Fantastisch! Ik moet denken aan Tjebbe Beekman. Die doet hetzelfde, maar met meer vaart. Maak er alsjeblieft nog een stuk of tien. Heel goed.” (Verzamelaar Steven van Teeseling)

“We hebben er hier onze screensaver van gemaakt.” (Boudewijn Berentsen, zakelijk directeur Muziekgebouw aan ’t IJ)

Over het wintergezicht uit het vierluik Oosterpark:

“Dit is kunst, en ook heel kundig.” (Sam Drukker bij de opening van een expositie van schilderijen over het Oosterpark, in het stadhuis van Amsterdam)

Over Transfer at Frankfurt (thinking of Edward H.):

“Een stoere Hopper.” (Sam Drukker)

%d bloggers liken dit:
search previous next tag category expand menu location phone mail time cart zoom edit close